Opleiding van een therapiepaardje

Veelal krijgen we de vraag hoe je nou zo'n paardje opleidt tot therapiepaard.
Al vooraf bij het aankopen en de training letten wij op "een goed oog" en karakter eigenschappen zoals bereidwilligheid, nieuwsgierigheid en vriendelijkheid.
Een gevoel, kennis van paarden en de eventuele ervaringen van de vorige eigenaar maken dit compleet.

Een beginnend therapiepaardje "junior" loopt altijd eerst een tijd mee met een "senior" paard, om het vak te leren. Paarden zijn groepsdieren die instinctief van elkaar leren en het gedrag over kunnen nemen.


De basis opleiding bestaat uit het volgende...

 

- In de bus staan en mee op reis
- Meelopen met de begeleider
- Uitvoerig gepoetst worden en hoeven krabben
- Commando's blijf, pasje naar voren, terug, staan enz..

- Niet slaan met de benen of bijten
- Omgaan met vele prikkels die voorkomen in en om een instelling

- Rollators en rolstoelen
- Naast een patiënt, rollator of rolstoel meelopen, dus tempo aanpassen
- In de lift staan en traplopen

- Op commando plassen, zelfs op een postzegelstukje gras of zand
- Kalm blijven onder alle omstandigheden (schreeuwende mensen, piepjes en alarmen, springende kinderen/gehandicapten, onverwachtse hand en voet bewegingen)

 
Hoe leer je dit een paardje aan?
Vooropgesteld, de paardjes die wij meenemen vinden de bezoeken echt leuk! Zij genieten van de aandacht die zij krijgen van de mensen, de verhalen die hun worden verteld en de wandelingen die zij over de gangen maken.
Wij gaan uit van het leerbare vermogen van een paard, herhaling, geduld, maar vooral consequentie.
Ons uitgangspunt is met respect handelen met in het achterhoofd het natuurlijke gedrag van het paard.

 

Thuis staan alle paardjes in groepsverband en gaan de hengsten en ruinen vriendelijk en respectvol met elkaar om.
Deze therapiepaardjes worden afwisselend ingezet zodat de psychische druk niet te groot wordt.

 

Wij zijn zeer alert op de lichaamssignalen van onze therapiepaardjes, zoals gapen, schudden, gespannen mondhoeken, ademhaling enz.. Vaak betekent dit dat zij even afstand moeten nemen, een pauze om bijvoorbeeld te rusten of te plassen, of soms zelfs het einde van een bezoek.
Niet ieder paardje is geschikt voor iedere doelgroep.
Paardjes hebben wel degelijk hun voorkeuren voor personen, hier staan ze wat langer bij en soms vallen ze ter plekke in slaap.

 

In ons team bespreken wij regelmatig situaties "wat als".....
"Wat als".. Een paardje schrikt van een harde klap op het lijf,

"Wat als".. Een paardje ineens te maken krijgt met een horde gillende en bewegende kinderen,

"Wat als".. Een paardje toch niet terug durft en de ruimte te krap is om te draaien,

"Wat als".. Een paardje een hap van een plant neemt,

"Wat als".. Een paardje met een halster of been vastzit in een rolstoel.
"Wat als".....

 

Voorbeeld situaties die wij meemaken..

"Een oudere dame met een rollator komt aan gewandeld, maar ziet het paardje over het hoofd en rijdt tegen het paardje aan. Paardje kijkt op maar schrikt niet en loopt rustig door".

"Een mevrouw of meneer is niet gediend van een paardje in de buurt en haalt uit met de voet of hand, oftewel, het paardje krijgt een schop of klap op het hoofd. Dit zijn situaties die je vaak niet ziet aankomen bij mensen, zij reageren uit een reflex".

"Een schreeuwende enthousiaste grote jongeman met het syndroom van Down komt op het paardje afgestormd om het paardje te willen aaien. Het paardje gaat rustig staan, de jongen bedaart en kan het paardje aaien".

"De ruimte om bij die ene mevrouw of meneer te komen is krap, een tafeltje, een rollator, een stoel kan in de weg staan. Vertrouwen in de begeleider om de afstand en veiligheid juist in te schatten is van belang en soms moet je achterwaarts weer terug".

 

"In een kinderklas komen ineens meer leerlingen dan je verwacht en staan er zo'n 25 a 30 jonge kinderen om de paardjes te springen, voor, achter, opzij en zelfs een kindje probeert erop te klimmen. Je ziet dat er veel prikkels binnen komen en toch blijven ze kalm. Dan ben je toch super trots op het incasseringsvermogen van de opgeleide paardjes!".

 

Wat vraagt dit van een begeleider?

De begeleider zorgt ervoor dat het paardje zich altijd veilig voelt, zowel op psychisch als lichamelijk vlak.
De begeleider is alert op de interactie tussen mens, paard en omgeving en houdt daarbij de regie.
De begeleider observeert iedere individuele persoon en situatie en anticipeert hierop.
De begeleider benadert de mensen met een open houding en zonder oordeel.
De begeleider herkent signaaltaal (stress signalen van een paard).

 

Voorbeeld situaties die wij meemaken

"Een oudere man werd steeds enthousiaster en daarmee ook ruiger in zijn beweging.
Na het vragen of het paardje weer mee mocht naar de volgende persoon, gaf hij het touw niet af maar begon de begeleider te slaan".

 

"Begeleiders van een groep die in hun enthousiasme het paardje zelf willen meenemen en laten zien aan de bewoners. Lief bedoeld! Maar hiermee ben jij de regie over de veiligheid én situatie kwijt".

"De belevingstafel, geweldig voor de mens, maar blijkbaar ook voor onze therapiepaardjes.
Nieuwsgierig keken zij mee naar de beweging op deze tafel".

 

"Een dun huidvelletje van een oude man dat voorzichtig tussen de tanden van een paardje word opgepakt"

"Koffie! Pas op! Want de paardjes vinden zowel koffie, sapjes en thee erg interessant en voor je het weet hebben zij het kopje te pakken en ligt de inhoud over de tafel".